Smoesjes genoeg om nog even niet te beginnen met studeren. “Vandaag zit ik er niet lekker in” of “ik ben nu veel te moe”. Welk verhaal vertel jij jezelf om nog niet te beginnen? Het goede nieuws is: je kunt dit afleren.
Als ik vind dat ik “er vandaag niet zo lekker inzit”, heb ik me aangeleerd een tweede vraag te stellen: Heb ik genoeg gedaan om er lekker in te komen? Heb ik wel genoeg energie gegenereerd? Na een van deze twee vragen kan ik tegenwoordig de oorzaak bepalen van mijn mindere prestatievermogen. Negen van de tien keer luidt die: de basis was niet in orde, dus het was eigenlijk een valse start.
Voor een goede basis zijn twee dingen ontzettend belangrijk: om te beginnen een geactiveerd lichaam. Je lichaam maak je wakker door te bewegen. Stap dus niet vanuit je bed meteen achter je bureau, maar beweeg! Denk aan lopen, stretchen, kleine huishoudelijke taken of op de fiets naar je studieplek. Doe dit voordat je aan de studie gaat. Je genereert zo energie die je meeneemt naar je studietafel.
Met deze tips activeer jij je geest en zorg je dat die geactiveerd blijft:
Bedenk wat je op een dag wilt doen en maak een planning. Het beste is om de planning een dag van tevoren te maken, zodat het niet van je studietijd afgaat. Dat kan je namelijk passief maken en werkt mogelijk ook demotiverend. Als je een planning hebt, begin je fris en met een doel aan je dagtaak.
Voer de taken die je voor deze dag hebt gepland uit in de tijd die je ervoor hebt gereserveerd. Om dit effectief te doen is het belangrijk andere dingen opzij te kunnen zetten. Bijvoorbeeld dat je soms ‘nee’ moet zeggen tegen die vriend of vriendin die vraagt of je een biertje komt drinken. “Sorry, ik heb een planning voor morgen en wil goed uitgerust kunnen studeren.”
Zorg dat je manier vindt om je aan je planning te kunnen houden. Wil je bijvoorbeeld in blokken van een of anderhalf uur werken? Houd je daarna tien minuten pauze of liever een kwartier? En ga je actief studeren door mee te schrijven en een samenvatting te maken of is het voor jou genoeg als je het één keer doorleest?
Als je dit allemaal weet, kun je aan je studieplek denken. Zorg dat je studieomgeving jouw aanpak faciliteert. Zit je graag met je gezicht naar het raam, of leidt dit jou juist af? Heb je graag een plant in je kamer? Werk je beter bij wit licht of bij meer gedimd licht? Werk je liever niet thuis en studeer je graag in een openbare bibliotheek met anderen? Geef aandacht aan wat goed voor jou werkt!
Iedereen kent hem wel: de after-dinner-dip. Na het eten kun je geen pap meer zeggen. Je kunt dit de hele dag door ervaren, dus ook na je ontbijt of lunch. Wanneer je te veel eet, eist je spijsvertering veel energie en aandacht op, waardoor je makkelijk je concentratie verliest. Eet dus bij voorkeur een kleinere maaltijd en pak in je studiepauze nog een extra banaantje of appeltje voor wat extra suikers.
Succes!